Bedrijfsongeval

Bedrijfsongeval

Bedrijfsongevallen, de aansprakelijkheid van de werkgever

De werkgever dient ervoor te zorgen dat zijn of haar werknemers in een veilige werkomgeving hun arbeid kunnen verrichten. Schiet de werkgever in zijn veiligheidsinstructies tekort of blijkt de arbeidssetting onveilig en loopt een werknemer hierbij letselschade op dan dient de werkgever in beginsel de schade te vergoeden.

De werkgever is niet altijd aansprakelijk voor een bedrijfsongeval. De werkgever moet een verwijt kunnen worden gemaakt waaruit blijkt dat hij te kort is geschoten in zijn zorgverplichting. Hierbij kunt u denken aan het niet treffen van adequate veiligheidsmaatregelen. Voorbeelden hiervan zijn het werken met gevaarlijke machines zonder voldoende voorzorgsmaatregelen maar ook werk- en rusttijden. Ook als de werkgever onvoldoende veiligheidsinstructies heeft gegeven is hij aansprakelijk. Hij dient op het naleven van deze instructies na te zien alsmede in de gaten te houden dat het personeel de hiertoe noodzakelijke opleidingen volgt. Een veiligheidsinstructie die een keer gegeven is ,vrijwaart de werkgever dus mogelijk niet van zijn aansprakelijkheid.

De zorgplicht van de werkgever gaat ver. Zelfs zo ver dat de werknemer alleen maar hoeft te bewijzen dat er een causaal verband is tussen zijn letsel en de werkomstandigheden. De werkgever mag vervolgens gaan aantonen dat hij er alles aan gedaan heeft om het ongeval te voorkomen. Dit is tegenwoordig niet gemakkelijk. De aansprakelijkheid van de werkgever gaat zo ver dat ook buiten de poort van de fabriek de aansprakelijkheid van de werkgever voortduurt. Ook de veiligheid van de werknemer valt onder de zorgplicht van werkgever gedurende diens werktijd. Wordt een werknemer van achteren aangereden terwijl hij op weg is naar een klant in een bedrijfwagen dan kan hij zijn schade op de werkgever verhalen.

Geen eigen schuld
Bij bedrijfongevallen is het een alles of niets situatie wat betreft de aansprakelijkheid. In tegenstelling tot bijv. verkeersongevallen, kent men geen percentage eigen schuld. De werkgever moet van goeden huize komen wil hij bewijzen dat de werknemer bewust roekeloos of bewust onvoorzichtig is geweest. Eigen schuld wil zeggen dat een deel van de schade door het slachtoffer zelf gedragen dient te worden. De vraag is dan in welke mate de eigen gedraging heeft gezorgd voor het ontstaan van de schade. Bij bedrijfongevallen beschermd de wet de werknemer uitstekend. Ik zal u een aantal voorbeelden noemen.

Een werkneemster komt ten val bij Marfo terwijl ze van de wc komt en uitglijdt over een zeer gladde vloer. De werkgever geeft aan dat 6x per dag de vloer gereinigd wordt en dat hij derhalve er alles aan heeft gedaan om te voorkomen dat de werknemers uitglijden. Daarbuiten had hij de werknemers moeten voorzien van passend schoeisel. Dus ook een gladde bedrijfsvloer kan tot aansprakelijkheid van de werkgever lijden.

Het wettelijk kader is art. 7:658 BW

1. De werkgever is verplicht de lokalen, werktuigen en gereedschappen waarin of waarmee hij de arbeid doet verrichten, op zodanige wijze in te richten en te onderhouden alsmede voor het verrichten van de arbeid zodanige maatregelen te treffen en aanwijzingen te verstrekken als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt.
2. De werkgever is jegens de werknemer aansprakelijk voor de schade die de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt, tenzij hij aantoont dat hij de in lid 1 genoemde verplichtingen is nagekomen of dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer.
3. Van de leden 1 en 2 en van hetgeen titel 3 van Boek 6, bepaalt over de aansprakelijkheid van de werkgever kan niet ten nadele van de werknemer worden afgeweken.
4. Hij die in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf arbeid laat verrichten door een persoon met wie hij geen arbeidsovereenkomst heeft, is overeenkomstig de leden 1 tot en met 3 aansprakelijk voor de schade die deze persoon in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt. De kantonrechter is bevoegd kennis te nemen van vorderingen op grond van de eerste zin van dit lid.

en vaak ook art. 6:174 BW betreffende de opstal

1. De bezitter van een opstal die niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen, en daardoor gevaar voor personen of zaken oplevert, is wanneer dit gevaar zich verwezenlijkt, aansprakelijk, tenzij aansprakelijkheid op grond van de vorige afdeling zou hebben ontbroken indien hij dit gevaar op het tijdstip van het ontstaan ervan zou hebben gekend.

2. Bij erfpacht rust de aansprakelijkheid op de bezitter van het erfpachtsrecht. Bij openbare wegen rust zij op het overheidslichaam dat moet zorgen dat de weg in goede staat verkeert, bij leidingen op de leidingbeheerder, behalve voor zover de leiding zich bevindt in een gebouw of werk en strekt tot toevoer of afvoer ten behoeve van dat gebouw of werk.

3. Bij ondergrondse werken rust de aansprakelijkheid op degene die op het moment van het bekend worden van de schade het werk in de uitoefening van zijn bedrijf gebruikt. Indien na het bekend worden van de schade een ander gebruiker wordt, blijft de aansprakelijkheid rusten op degene die ten tijde van dit bekend worden gebruiker was. Indien de schade is bekend geworden na beëindiging van het gebruik van het ondergrondse werk, rust de aansprakelijkheid op degene die de laatste gebruiker was.

4. Onder opstal in dit artikel worden verstaan gebouwen en werken, die duurzaam met de grond zijn verenigd, hetzij rechtstreeks, hetzij door vereniging met andere gebouwen of werken.

5. Degene die in de openbare registers als eigenaar van de opstal of van de grond staat ingeschreven, wordt vermoed de bezitter van de opstal te zijn.

6. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder openbare weg mede begrepen het weglichaam, alsmede de weguitrusting.